Mavo, havo en vwo
Het voortgezet vrijeschoolonderwijs wordt ook wel ‘de Bovenbouw’ genoemd, dit ter onderscheiding van het vrije basisonderwijs, dat wel ‘de Onderbouw’ wordt genoemd. Vrijescholen tellen de leerjaren ‘zoals we dat vroeger gewend waren’. Er zijn twee kleuterklassen, daarna begint het tellen met klas 1 t/m klas 6 (dat is groep 3 t/m groep 8). In het voortgezet vrijeschoolonderwijs tellen we dan gewoon door: van klas 7 (de brugklas) t/m klas 12.
Het voortgezet vrijeschoolonderwijs kent een leerplan van zes schooljaren. Ideaal gezien doorlopen alle leerlingen het hele vrijeschool-programma van klas 7 (de brugklas, het eerste leerjaar) tot en met klas 12.
Het Michaël college streeft naar een leertraject dat alle leerlingen de mogelijkheid geeft een mavodiploma en een havo- of vwo- diploma te behalen. Al onze leerlingen krijgen daarnaast een breed vrijeschoolcurriculum aangeboden in de eerste vier jaar. Zij sluiten dit na vier jaar af met examens op mavoniveau. Vanaf het tweede leerjaar worden havo- vwo leerlingen uitgedaagd op hun eigen niveau.
Na klas 10 stroomt een deel van de leerlingen uit naar het Middelbaar Beroeps Onderwijs (MBO). Naast het mavodiploma ontvangen deze leerlingen aan het einde van de tiende klas een eindgetuigschrift van de vrijeschool.
Het andere deel stroomt door naar de klassen 11 en 12 op havo of vwo niveau.
Het examentraject hiervoor wordt in nauwe samenwerking met de drie Campusscholen verzorgd. Leerlingen volgen de vrijeschool vakken op het Michaël college en de examenvakken op de Campus. Leerlingen van klas 11 en 12 worden om organisatorische redenen ingeschreven op de locatie Markenhage.
Met klas 12 wordt de vrijeschool afgesloten. Leerlingen sluiten de vrijeschool af met een eindpresentatie en ontvangen het eindgetuigschrift vrijeschool. De havoleerlingen hebben in klas 12 ook examen gedaan. De vwo-leerlingen volgen nog een afsluitend jaar op Markenhage (6 vwo).
Inrichting van het onderwijs
Periodelessen
Het vrijeschoolonderwijs wordt gegeven in verschillende werkvormen. In klas zeven tot en met klas tien begint de schooldag met periodeonderwijs. Periodeonderwijs is thematisch onderwijs dat in blokken van drie weken wordt aangeboden. De eerste twee lesuren worden hiervoor gebruikt. In klas zeven en acht vijf dagen per week, in de overige leerjaren vier dagen per week. Een drieweekse periode omvat respectievelijk 30 of 24 contacturen.
Elke periode staat in het teken van een specifiek vak of thema zoals sterrenkunde, wiskunde, natuurkunde, scheikunde, biologie, aardrijkskunde, geschiedenis, maatschappijleer, economie, Nederlands, kunstgeschiedenis, toneel en in hogere klassen ook muziekgeschiedenis en filosofie. Dit vak of thema staat dan gedurende drie weken centraal. De thema’s en de werkwijzen zijn afgestemd op de ontwikkelingsfase van de leerling, die beschreven staan in ons leerplan. De vragen en interesses van leerlingen en leraren vormen de basis voor een persoonlijke verbinding met de leerstof. Dankzij deze aanpak kan inhoudelijke verdieping en persoonlijke ontwikkeling plaatsvinden.
Vaklessen
Alle examenvakken (o.a. Nederlands, Engels, wiskunde, Frans en Duits) worden aangeboden in vaklessen. Elk vak heeft twee of drie lesuren per week. Hier wordt gewerkt met lesmethodes (boeken en digitale methodes) die overal in het voortgezet onderwijs worden gebruikt.
Kunst- en ambachtslessen (bloklessen)
Het kunst- en ambachtsonderwijs wordt aangeboden in zogenaamde bloklessen, dat zijn dubbele lesuren. Alle klassen hebben twee blokken, dus vier lesuur per week kunst -en ambachtsonderwijs. Door de jaren heen wordt een groot aantal verschillende vakken aangeboden, onder andere: koper slaan, smeden, moestuin, beeldhouwen, textiel, tekenen, schilderen, techniek en robotica. In de elfde klas wordt binnen het kunstzinnig onderwijs, in ‘Het Kunstlab’ gewerkt. In de twaalfde klas wordt binnen het kunstzinnig onderwijs, in ‘ateliers’ gewerkt, waarbij ruimte is voor individuele keuzes van leerlingen.
HETEROGENE KLASSEN IN KLAS 7 EN 8 (MIDDENBOUW)
In het voortgezet vrijeschoolonderwijs is het klassenverband van groot belang.
De lesstof is immers ontwikkelingsstof en sluit aan bij de ontwikkelingsfase van de leerling. De ontwikkelingsfasen en de ontwikkelingsvragen die daarbij horen, zijn niet afhankelijk van het cognitieve niveau van de leerling of van het advies van de basisschool. Dat betekent dat een groot aantal vakken klassikaal wordt aangeboden. De klassen zijn dus ‘heterogeen’. Wij menen dat dit van groot belang is. Juist door deze heterogeniteit, en dus het feit dat er zo veel verschillen in de groep zijn, kan de klas werkelijk een ‘oefenplaats voor het leven’ zijn.
Het zijn met name de lessen die zich richten op de sociale en persoonlijke ontwikkeling van de leerling die klassikaal worden aangeboden. Dit geldt voor alle lessen in klas 7 en in klas 8 voor de kunst- en ambachtslessen, Lichamelijke opvoeding, muziek, koor en het mentoruur. Binnen deze lessen kan wel worden gedifferentieerd. Bij de uitwerking van thema’s in het periodeonderwijs bijvoorbeeld, worden ook opdrachten met verschillende moeilijkheidsgraden aangeboden. Vanaf klas 9 zijn de koorlessen heterogeen.
Werken op niveau
In klas 7 en 8 is er een ‘Plusklas’ voor leerlingen die een extra uitdaging aankunnen (zie hieronder). Vanaf klas 8 worden leerlingen bij vaklessen in niveaugroepen ingedeeld. Aan het eind van de zevende klas wordt vastgesteld in welke niveaugroep de leerling het best tot zijn recht komt. Vanaf het tweede leerjaar (klas 8) worden de vakken wiskunde, Nederlands, Engels, Duits en Frans in niveaugroepen aangeboden. De laatste drie vakken noemen we ook wel de Moderne Vreemde Talen (MVT).
In niveaugroep 1 wordt onder andere gewerkt met kleine stapjes, er wordt samen nagekeken, er is meer variatie in werkvormen. Er wordt gewerkt op mavoniveau.
In niveaugroep 2 wordt de leerling geacht zelfstandiger te kunnen werken, zelf vragen te stellen en is er meer huiswerk. Er wordt gewerkt op havo/vwo-niveau.
Vanaf het derde leerjaar (klas 9) is er een mavo-examenroute en een havo-vwo-examenroute en wordt het heterogene klassenverband losgelaten. Vrijwel alle examengerichte vaklessen worden dan in niveaugroepen aangeboden. Naast bovengenoemde vakken zijn dat: geschiedenis, maatschappijkunde, nask-1 en biologie en economie. Leerlingen kunnen, afhankelijk van hun examenroute een aantal vakken kiezen. Uit de vakken biologie, Frans, geschiedenis, Nask-1, Ml-2 en Duits kunnen er maximaal drie worden gekozen. Zie de ‘Regeling keuzevakken’ op de website.
Plaatsing in, en wijziging van niveaugroep gebeurt op basis van het advies vanuit de docentenvergadering. Ouders uit klas 7 en 8 kunnen nadien in gesprek over het advies met de mentor en de teamleider. Vanwege het PTA- examen traject in klas 9 en hoger beslist de docentenvergadering over niveauwijziging en overgang. De richtlijnen zijn opgenomen in de ‘Overgangsregeling en de niveaugroep-regeling van het Michaël college’ (zie website).
Plusklas
Het plusprogramma is bedoeld voor de leerlingen in de eerste twee leerjaren, de klassen 7 en 8. Het geeft hen een extra cognitieve uitdaging. Het programma start na het eerste tussenrapport.
Leerlingen kunnen deelnemen als uit het rapport blijkt dat ze in alle vakken makkelijk meekunnen en goede cijfers halen. De mentor geeft een indicatie waaruit moet blijken dat de betreffende leerling met goed gevolg aan het plusprogramma kan deelnemen en daarnaast de resultaten bij de overige vakken op peil kan houden. Als dit niet het geval blijkt bij volgende rapporten, vervalt het recht om aan het plusprogramma deel te nemen.
Het programma is thematisch opgebouwd. Dit zijn vakken of thema’s die niet in het regulier vrijeschool-programma opgenomen zijn. Onderzoekend samenwerkend leren staan voorop. Leerlingen worden uitgedaagd zelf onder begeleiding onderzoek te verrichten en leren ook zelf keuzes te maken die voor het leerproces relevant zijn. Daarnaast worden mogelijk ‘kennismakingen met taal en cultuur’ aangeboden in meer traditionele vormen.
De plusklas uren vinden plaats binnen de reguliere schooltijd. Het betreft twee lesuren per week. Dat betekent dat deze leerlingen twee lesuren uit het reguliere lesprogramma niet volgen. Aan het einde van elke module volgt een beoordeling en aan het einde van het schooljaar een certificaat of vermelding in de rapportage.
Werkweken
De werkweken vinden plaats aan het begin van het schooljaar. Mentoren en leerlingen krijgen door deze intensieve week de kans het sociaal proces beter te begrijpen en vorm en richting te geven. Het is een goede voorbereiding op een jaar lang samen leren en samenwerken. De inhoud van de werkweken is afgestemd op de leeftijdsfase. De werkweken worden bekostigd uit de (vrijwillige) ouderbijdragen, er worden hiervoor geen aparte bijdragen geïnd. Alleen voor de afsluitende kunstreis in klas 12 zijn aanvullende kosten te voorzien. In verband met Covid-19 kan het zijn dat niet alle werkweken/ reizen mogelijk zijn dit schooljaar.
7e klas: boerderij. De leerlingen maken kennis met en ervaren het werk in en rond een (biologisch- dynamisch) boerenbedrijf.
8e klas: bosbouw. De leerlingen maken kennis met de zorg om het bos (planten, rooien en houthakken).
9e klas: survival. De leerlingen ervaren in Limburg/ Ardennen hun (fysieke) grenzen tijdens het klimmen en dalen van overnachting naar overnachting.
10e klas: dienstverlening en sociaal werk. De leerlingen verrichten werk in sociale beroepen, denk aan zorg en onderwijs. Zij leren te werken ten behoeve van een ander.
11e klas: de weg naar binnen. Tijdens deze werkweek wordt op kunstzinnige manier individueel gewerkt aan deze weg, om vervolgens met elkaar over het werk in gesprek te komen.
12e klas: kunstreis. De leerlingen maken een negendaagse culturele reis naar Barcelona ter ondersteuning van het atelier en hun eindwerkstuk. Daarnaast wordt de periode kunstgeschiedenis over de twintigste eeuw door deze kunstreis verdiept. Er wordt naast het bezoeken van musea ook kunstzinnig gewerkt. Aan deze werkweek zijn voor de ouders en/of leerlingen extra kosten verbonden. De kosten liggen tussen de €450,- en €550.
Stages
Vanaf de negende klas (het derde leerjaar) tot en met de elfde klas lopen alle leerlingen jaarlijks twee weken stage. Deze stages bevorderen de uiteenzetting met en invoeging in onze samenleving. De stages sluiten aan bij de leerstof en ontwikkelingsfase van de leerlingen. Binnen de vrijescholen bestaat dit programma nu al bijna 30 jaar.
9e klas: winkelstage
De leerlingen werken in een kleine overzichtelijke winkel. De wereld van de detailhandel is natuurlijk al bekend, maar nu beleven leerlingen dit ‘vanaf de andere kant van de toonbank’, vanuit de positie van medewerker en/of verkoper.
10e klas: sociale stage
De leerlingen werken in de zorgsector, in instellingen voor lichamelijk of verstandelijk gehandicapten; scholen, kinderdagverblijven, zorgboerderijen etc. De stap naar een dergelijke instelling is groter dan de voorgaande; er zijn meer “drempels” te overwinnen. Er wordt kennis gemaakt met de wereld waar mensen van elkaar afhankelijk zijn. De werkweken in klas 10 zijn inhoudelijk gekoppeld aan deze stage.
11e klas: ideële stage of EWS-stage
De leerlingen werken in een ideële organisatie en maken kennis met maatschappelijke problemen rondom facetten als ecologie, mensenrechten, derde wereldproblematiek, vluchtelingenproblematiek etc. Een leerling kan er ook voor kiezen om een stageplek te regelen, die hen ondersteund bij hun eindwerkstuk (EWS).
Jaarfeesten
Op de vrijeschool spelen de jaarfeesten een belangrijke rol. Deze feesten zijn op te vatten als momenten van verdieping en bewustwording. We vieren deze feesten gezamenlijk met de hele school. Elk jaar opnieuw zoeken de docenten voor de jaarfeesten Michaël, St. Nicolaas, Advent, Kerstmis en St. Jan een passende invulling.
Het eindwerkstuk
In de laatste twee jaar van het vrijeschoolonderwijs werken de leerlingen aan een eigen individueel afsluitingsproject: het eindwerkstuk. Het eindwerkstuk is te beschouwen als een ‘meesterproef’. Dat is een afsluiting van de leertijd. Hierbij toont de leerling over welke kennis, vaardigheden en attitudes hij/zij beschikt aan het einde van de vrijeschoolleertijd. De keuze van het onderwerp is vrij. Het onderwerp wordt theoretisch en kunstzinnig uitgewerkt. Er wordt gewerkt aan de hand van een zelf ontwikkelde onderzoeksopzet. De leerlingen worden intensief begeleid door een leerkracht. Het onderzoek vindt zijn neerslag in een geschreven verslag. Daarnaast wordt de kunstzinnige verwerking (2D, 3D, audio, video) getoond tijdens een tentoonstelling. Als afsluiting wordt er door de leerling een openbare presentatie van ongeveer 30 minuten gehouden voor een volle zaal. De eindwerkstukken maken ook onderdeel uit van de examens op vwo en havo. In het examenreglement is de naam hiervoor “profielwerkstuk”. Het eindwerkstuk op de vrije scholen is hiervan een meer uitgebreide versie.
Rapportages
De hieronder beschreven rapportages worden schriftelijk verstrekt aan de leerlingen. Ouder(s)/ verzorger(s) tekenen voor gezien en retourneren de rapportmappen aan de school. Ouder(s)/verzorger(s) en leerlingen kunnen alle onderstaande rapportages online bekijken via het programma Magister. Zij ontvangen hiervoor een inlognaam en wachtwoord.
Het Michaël college informeert de voormalige basisscholen over de vorderingen van de leerlingen. Het Michaël college stuurt in de eerste twee leerjaren alle rapportages toe aan de aanleverende scholen. Alle bassischolen ontvangen ook een bericht van afsluiting van de studie na het behalen van een examen.
Tussenrapporten
Twee keer per jaar (rond Kerst en rond Pasen) wordt aan de leerlingen een tussenrapport meegegeven. Hierin wordt per vak een overzicht gegeven van de vorderingen, inzet in de les, huiswerk en het resultaat in deze rapportperiode. Naar aanleiding van beide tussenrapporten kunnen ouders zich inschrijven voor een rapportgesprek met docenten en mentoren.
Jaargetuigschrift (eindrapport)
Aan het einde van het schooljaar ontvangt de leerling een eindrapport: het jaargetuigschrift. Hierin wordt, naast de rapportcijfers per vak, de ontwikkeling van de leerling over het hele jaar gezien voor de periodevakken in tekst beschreven. Op basis van dit rapport wordt ook vastgesteld of de leerling kan worden bevorderd naar de volgende klas.
Lessentabellen
Onderstaand de standaardlessentabel van alle klassen; wijzigingen zijn mogelijk, soms noodzakelijk. De vaklessen zijn uitgedrukt in lesuren per week, de periodelessen zijn uitgedrukt in periodeweken per jaar. Ieder schooljaar heeft een ander aantal lesweken, waardoor de periodelessen jaarlijks kunnen veranderen. Sommige vaklessen (bijv. toneel) worden niet het hele jaar gegeven.
Periodelessen
Thematisch onderwijs. Een periode duurt drie weken van 8 (klas 9 t/m12) of 10 (klas 7 en 8) lesuren per week (elke dag eerste twee lesuren aaneengesloten) dus in totaal 24 (klas 9 t/m12) of 30 lesuren (klas 7 en 8) contacttijd. Elke klas heeft 11 tot 13 periodes per jaar.
klas 7 | klas 8 | klas 9 | klas 10 | klas 11 | klas 12 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Aardrijkskunde/sterrenkunde | 6 | 3 | 2 | 2 | ||
Architectuur | 3 | |||||
Biografie | 7 | |||||
Biologie | 3 | 3 | 4 | 3 | 3 | |
Economie | 3 | |||||
Eindwerkstuk | 3 | |||||
Engelse literatuur | 2 | |||||
Geschiedenis | 6 | 3 | 3 | 3 | 2 | |
Kunstgeschiedenis | 4 | 3 | 4 | 3 | ||
Kunst uitvoerend | ||||||
Maatschappijleer | 1 | 4 | 4 | |||
Mentorperiode | 1 | 1 | 1 | |||
Natuurkunde | 3 | 3 | 3 | 2 | 3 | 3 |
Nederlands | 6 | 6 | 6 | 5 | 3 | |
Scheikunde | 3 | 3 | 2 | 2 | ||
Stage | 2 | 2 | 2 | |||
Sociale wetenschappen | 3 | |||||
Toneel | 3 | 6 | ||||
Waarnemen | 3 | |||||
Wegen/meten | 3 | |||||
Werkweek | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 |
Wiskunde | 6 | 6 | 6 | 6 | 5 | |
*Masterclass (uitsluitend voor havo en vwo-leerlingen in mei/juni 2022) | 1* | |||||
Totaal periodeweken: | 38 | 38 | 38 | 29 | 36 | 24 |
Vaklessen
De vaklessen worden aangeboden in lesuren van 50 minuten. Gymnastiek en kunst,- en ambacht worden altijd in twee aaneengesloten lesuren aangeboden.
klas 7 | klas 8 | klas 9 | klas 10 | klas 11 | klas 12 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Periodelessen --> | 10 | 10 | 8 | 8 | 8 | 8 |
Vaklessen | ||||||
Beweging | 1 | |||||
Kunst& Ambacht (Blok | 4 | 4 | 4 | 4 | 4 | 4 |
Duits | 2 | 2 | 2* | 2* | ||
Economie | 2 | 2 | ||||
Engels | 2 | 2 | 2 | 2 | ||
Frans | 2 | 2 | 2* | 2* | ||
Biologie | 2* | 2* | ||||
Geschiedenis | 2* | 2* | ||||
Gymnastiek | 2 | 2 | 2 | 2 | ||
Koor | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | |
LWOO | 1** | 1** | ||||
Maatschappijleer 1 | 2 | |||||
Maatschappijleer 2 | 2* | 2* | ||||
Mentoruur | 2 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 |
Muziek | 1 | 1 | 1 | 1 | ||
Nederlands | 3 | 2 | 2 | 2 | ||
Nask-1 | 2* | 2* | ||||
Plusklas | 1** | 1** | ||||
Wiskunde vmbo/vwo/havo | 3 | 3 | 3 | 2/3 | ||
Minimale vak-lesuren per week | 21 | 20 | 24 | 25 | 6 | 6 |
Extra voor havo/vwo *** | ||||||
Economie | 1 | Aangevuld met vaklessen Campus | ||||
Scheikunde | 1 | (+/- 19 lesuren) | ||||
Totale lesuren per week | 31,5 | 30 | 31,5 | 33-34 | 33 | 33 |
* = keuzevak (in klas 9 en 10 ; 3 van de 6 vakken )
** = extra ondersteuning (LWOO) of uitdaging (Plusklas)
Overgangsregeling
Het lerarencollege bepaalt in de rapport- en overgangsvergadering of de leerling naar het volgende leerjaar bevorderd kan worden. Richtlijn daarbij vormt de overgangsregeling, waarin aangeven is welke vorderingen de leerling gemaakt dient te hebben om naar het volgende leerjaar te kunnen gaan. Deze eisen liggen zowel op het cognitieve gebied, de cijfers voor de leervakken, als op het gebied van de studievaardigheden en inzet en motivatie.
ALGEMEEN
Over het bevorderen van leerlingen beslissen alle docenten die lesgeven aan de betrokken leerling, in de overgangsvergadering.
Voor het eindexamen geldt ons examenreglement. Een leerling die zakt voor zijn/haar eindexamen, mag éénmaal het examenjaar overdoen.
Overgangscriteria
De overgangsvergadering bepaalt op grond van de resultaten (rapportcijfers) of bevordering naar het volgende leerjaar kansrijk is. Bij de examenvakken* worden onvoldoende cijfers uitgedrukt in minpunten. Het cijfer 5 geldt als 1 minpunt en het cijfer 4 of lager als 1,5 minpunt. De overgangsnormen worden toegepast na afronding van de rapportcijfers tot hele cijfers.
*Examenvakken:
- Klassen 7 en 8: Nederlands, Engels, Frans, Duits, wiskunde
- Klassen 9 en 10: Nederlands, Engels, Frans, Duits, wiskunde economie, ML2, ML1, biologie, geschiedenis en nask1
- In klas 7 wordt in principe niet gedoubleerd
Alleen wanneer de voortgang op het Michaël college niet kansrijk/haalbaar is wordt hiervan afgeweken. Na advies van de mentor en de teamleider Middenbouw volgt een besluit van overgangsvergadering.
- Criteria voor overgang naar klas 8, klas 9 en klas 10 Een leerling mag in de examenvakken* maximaal 2,5 minpunten hebben (twee maal een vijf of één maal een 4 en één 5) en in de overige vakken (inclusief alle periodes) maximaal drie onvoldoendes om zonder meer over te gaan.
- Leerlingen met 3 tot 4,5 minpunten in de examenvakken en/ of 4 tot 5 onvoldoendes in de overige vakken (inclusief alle periodes) worden besproken in de overgangsvergadering. De vergadering kan besluiten:
- dat de leerling alsnog bevorderd wordt
- dat de leerling bevorderd wordt naar een lager niveau
- dat de leerling het jaar moet doubleren
- Leerlingen die meer dan 4,5 minpunten in de examenvakken hebben en/ of meer dan vijf onvoldoendes in de overige vakken (inclusief alle periodes) moeten het jaar definitief doubleren, tenzij een twee derde meerderheid van de overgangsvergadering anders besluit.
- De stemming in de overgangsvergadering is vertrouwelijk.
- De beslissing van de overgangsvergadering is bindend. - De vergadering bespreekt alle leerlingen die niet aan de overgangsnormen voldoen en brengt daarover een bindend advies uit. De overgangsvergadering houdt naast bovenstaande (zie 1,2,3) ook rekening met de volgende aspecten:
- werkhouding/inzet
- capaciteiten voor de afzonderlijke vakken / kans van slagen voor vmbo examen
- verantwoordelijkheid voor eigen leerproces
- zelfstandigheid
- Niveaubepaling van 8 naar 9 wordt vastgesteld op basis van het advies vanuit het docentencollege. De decaan, mentor en teamleider Middenbouw richten de uiteindelijke groepen klas 9 in.
Richtlijnen voor overgang van klas 10 naar klas 11 havo of vwo (naar het Michaël-Campus examentraject).
De leerling wordt bevorderd naar klas 11 resp. havo-4 of vwo-4 als:
- de gezamenlijke aannamevergadering Michaël-Campus met de overstap instemt
- de leerling het mavo eindexamen heeft gedaan in 7 vakken en is geslaagd
Een leerling moet de school verlaten indien:
- hij/zij binnen drie achtereenvolgende schooljaren voor de tweede maal blijft zitten, tenzij de overgangsvergadering met meerderheid van stemmen anders beslist
- hij/zij voor de tweede maal niet slaagt voor het eindexamen
Groepsindeling op niveau bij de overgang van klas 7 naar klas 8
Differentiatie
In de zevende klas wordt in de groepsindeling nog niet naar niveau gedifferentieerd. Dat gebeurt wel in de volgende leerjaren. Voor de vakken wiskunde, Nederlands, Engels, Duits en Frans worden de leerlingen in klas 8 ingedeeld in niveau 1 (mavo) of 2 (havo/vwo). Aan het eind van de zevende klas wordt vastgesteld in welke groep de leerling het best tot zijn recht komt. Het kan dus zijn dat een leerling voor wiskunde in groep 1 en voor Frans en Duits in groep 2 ingedeeld wordt.
Groep 1 en groep 2
In groep 1 wordt onder andere gewerkt met kleine stapjes, er wordt samen nagekeken, er is meer variatie in werkvormen. Er wordt gewerkt op mavo niveau. Na afsluiting van het mavo examen is er aansluiting mogelijk naar havo, zie hiervoor punt 2C van de bevorderingsnorm. In groep 2 wordt de leerling onder andere geacht zelfstandiger te kunnen werken, zelf vragen te stellen en is er meer huiswerk. Er wordt gewerkt op havo/vwo-niveau.
Tijdspad
Halverwege het schooljaar worden op een ouderavond de verschillen tussen groep 1 en 2 en de daarbij behorende werkwijzen toegelicht. Met de leerlingen wordt dit in een mentoruur besproken. De mentor vraagt aan de leerlingen voor welke groep zij zelf in aanmerking denken te komen. Met het eerste tussenrapport wordt een schriftelijke indicatie gegeven voor de groepsindeling. Criteria op basis waarvan dit gebeurd zijn hieronder geformuleerd. De mentor en vakdocent doen een voorstel, de rapportvergadering beslist. Met het tweede tussenrapport wordt in de rapportvergadering een definitief besluit genomen. Ouders en leerling worden hiervan schriftelijk op de hoogte gesteld. Als het beeld tussen het eerste en het tweede tussenrapport duidelijk verandert, neemt de mentor daarover contact op met de ouders.
Criteria
De volgende gegevens worden gebruikt om te komen tot een besluit:
- Cijfers voor de talen
Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen de verschillende vaardigheden als toepassen (bijvoorbeeld van grammatica) of reproduceren (bijvoorbeeld woordjes leren). - Cijfers voor wiskunde
De lesmethode die in klas 7 voor wiskunde wordt gebruikt, kent toetsen op twee niveaus. Leerlingen die gemiddeld hoger dan 7 scoren, krijgen het moeilijker proefwerk aangeboden, waarin onder andere meer inzicht, tempo en zelfstandigheid worden gevraagd. Op basis van alle gegevens wordt een besluit genomen.
Bij twijfel wordt er gekeken naar het advies vanuit de basisschool als ook een objectief gegeven zoals NIO of CITO.
Groepwissel in klas 8
De criteria voor de groepswisseling in klas 8 van groep 1 naar 2 zijn:
- de leerling moet op een gezonde manier kunnen functioneren in groep 2. Soms kan het beter zijn om in groep 1 te blijven voor de algehele ontwikkeling van de leerling.
- voor de talen: zie niveau-indeling klas 7 – klas 8.
- voor wiskunde: zelfstandigheid, abstractievermogen, toepassing van de stof, inzicht zichtbaar in het cijfer van de gedifferentieerde proefwerken.
De criteria voor de groepswisseling in klas 8 van groep 2 naar 1 zijn:
- Als blijkt dat de leerling niet op zijn/haar plek zit in groep 2 en niet kan voldoen aan de criteria, wisselt de leerling van groep 2 naar groep 1.
Over een noodzakelijke tussentijdse groepswisseling van een leerling wordt op initiatief van vakdocent of mentor in de rapportvergadering besloten. Met de ouders is hierover vooraf contact opgenomen. Bij een groepswisseling belt de mentor na de rapportvergadering de ouders om het besluit mee te delen. Het besluit kan tijdens de rapportgesprekken nog eens door de mentor/vakleerkracht worden toegelicht.
Het examentraject
Examenvoortgangsrapporten
De leerlingen van klas 9 ontvangen driemaal per jaar een PTA rapport. Dit dient om ouder en kind te informeren over behaalde resultaten voor het mavo-examen. In klas 10 gebeurt dat tweemaal. Leerlingen van de klassen 11 en 12 krijgen na iedere toets-week een havo- of vwo- voortgangsrapportage. De actuele PTA-rapportages zijn ook via Magister inzichtelijk voor leerlingen en ouders.
Het eindgetuigschrift
Het eindgetuigschrift is een officieel document dat aan alle leerlingen die hun vrijeschoolloopbaan hebben voltooid wordt uitgereikt. Dat kan aan het einde van klas 10 zijn, voor diegenen die na klas 10 doorstromen naar het Middelbaar Beroeps Onderwijs of aan het einde van de 12e klas voor diegenen die alle vrijeschoolklassen hebben doorlopen. Het eindgetuigschrift wordt uitgereikt conform het reglement van de landelijke Vereniging van vrijescholen en het Europees portfolio vrijescholen.
Leerlingen, die in klas 10 hun vrijeschooltijd afsluiten hebben daarnaast een afrondend 10e klasgesprek met hun mentor. Ouder(s) /verzorger(s) zijn hier ook bij aanwezig. In het eindgetuigschrift voor klas 12 is in een karakterschets opgenomen en wordt de persoonlijke ontwikkeling van de leerling beschreven. Verder krijgen leerlingen vrijeschoolcertificaten/ portfolio’s voor verschillende onderdelen en is er een korte beoordeling van hun ontwikkeling per vak en een uitgebreide beoordeling van stages, het eindwerkstuk en de eindpresentatie.
Portfolio’s en certificaten
Leerlingen leren op school meer dan in een rapport of diploma uitgedrukt wordt. Portfolio’s zijn ontworpen om specifieke prestaties van leerlingen te documenteren. Op deze wijze wordt een breder scala van leeropbrengsten (niet alleen kennis, maar ook vaardigheden en houding) aantoonbaar en inzichtelijk gemaakt. Het Michaël college ontwikkelt het werken met certificaten en portfolio’s om zoveel mogelijk leeropbrengsten, van formeel en informeel leren, bewust en zichtbaar te maken. Deze vormen een aanvulling op de jaargetuigschriften en het eindgetuigschrift. Leerlingen kunnen zich hierdoor bij een vervolgopleiding of potentiële werkgever beter presenteren. Momenteel hanteren we portfolio’s/ certificaten voor de stages, de kunstvakken, natuurwetenschappen, persoonlijkheidspsychologie, de leerlingenraad, de Plusklas en uitzonderlijke prestatie.
Examenwegen
Het Michaël college streeft naar excellente examenresultaten en een optimale voorbereiding op het vervolgonderwijs. Daarnaast is zij als vrijeschool gericht op een brede algemene, sociale en persoonlijke ontwikkeling.
Wij willen zoveel mogelijk leerlingen de kans bieden om het totale vrijeschool leerplan te volgen. Daarnaast vinden we het belangrijk dat onze leerlingen ook een diploma kunnen halen, dat past bij hun individuele mogelijkheden. We bieden daarom twee verschillende trajecten aan: het mavo-traject voor alle leerlingen tot en met klas 10 en het havo/vwo- traject voor leerlingen in klas 11 en 12.
Na vier jaar (in klas 10) nemen alle leerlingen deel aan het mavo-examen. Leerlingen die het mavo-examen hebben behaald met 7 vakken kunnen deelnemen aan het Campus-examentraject havo of vwo. Leerlingen die het mavo-examen hebben behaald met 6 vakken, dienen minimaal een 6,8 als gemiddeld voor de examenvakken te hebben om door te kunnen stromen naar 4 havo. Zij gaan dan over naar klas 11 of naar een reguliere havo.
Vanaf klas 11 is er een nauwe samenwerking met Markenhage en Orion. Samen vormen we de Campus. De havoleerlingen doen examen in klas 12, het laatste ‘vrijeschooljaar’. De vwo-leerlingen volgen na klas 12 nog een examenjaar met uitsluitend examenvakken op Markenhage. Diploma’s op mavoniveau geven toegang tot het Middelbaar beroepsonderwijs, havo-examens tot het Hoger Beroeps Onderwijs en vwo-examens tot het Wetenschappelijk Onderwijs.
Mavo-examens en
het PTA
Alle leerlingen doen mee aan het mavo-examen en behalen in klas 10 een mavodiploma. Wij streven ernaar dit examentraject zoveel mogelijk in het vrijeschoolleerplan te integreren.
De helft van het examencijfer wordt bepaald door de schoolexamens (SE’s) in de 9e en 10e klas (3e en 4e leerjaar); de andere helft wordt bepaald door het Centraal Examen (CE) aan het einde van klas 10 (het 4e leerjaar). De beide laatste schooljaren tellen dus mee voor het afsluiten van het examentraject. De examenstof, die op school wordt getoetst, is vastgelegd in een Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA). De leerlingen krijgen dit in het begin van het schooljaar, voor 1 oktober, uitgereikt. De PTA’s en het examenreglement zijn ook voor de ouders/verzorgers via de website in te zien. De planning van de SE’s is te vinden in de PTA- jaarkalender. De leerlingen krijgen deze planning aan het begin van het schooljaar.
De 2e fase:
het Campus examentraject
Het programma in de klassen 11 en 12 wordt in nauwe samenwerking met het Markenhage college en Orion Lyceum ingevuld. Ook in het 2e-fase-programma streven we naar een optimaal evenwicht tussen ontwikkelingsgerichte lesstof en de examenvoorbereiding.
Het havo-/vwo-traject op het Michaël college en de Campus bestaat uit twee gedeelten: het schoolexamen en het Centraal Schriftelijk Examen (CSE). .
De Tweede Fase kent een gemeenschappelijk deel dat door alle leerlingen gevolgd wordt en daarnaast de volgende vier profielen die allemaal worden aangeboden:
- Cultuur en Maatschappij (CM)
- Cultuur en Economie (EM)
- Natuur en Gezondheid (NG)
- Natuur en Techniek (NT)
De leerlingen volgen een deel van de examenvakken uit het gemeenschappelijk deel op het Michaël college. Het gaat dan om de vakken CKV (Cultureel Kunstzinnige Vorming), maatschappijleer, Eindwerkstuk (Profielwerkstuk). Periodeonderwijs, de kunst- en ambachtsvakken, koor, de werkweken en de stages worden door het Michaël college aangeboden. De overige vakken uit het gemeenschappelijk deel en de vakken uit het profieldeel volgen de leerlingen op de Campus samen met de Markenhage en Orion leerlingen.
IDU, IN, DOOR- EN UITSTROOMGEGEVENS 2024
leerjaar | aantal leerlingen per 1-10-2023 | tussentijds ingestroomd | tussentijds vertrokken | einde schooljaar verlaten met bevordering | einde schooljaar vertrokken zonder bevordering | totaal in het leerjaar per leerjaar 31-07-2023 | bevorderd | niet bevorderd |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1 | 81 | 1 | 1 (1,3%) | 1 (1,3%) | 1 (1,3%) | 79 | 78 (98,7%) | 1 (1,3%) |
2 | 84 | 0 | 0 (0,0%) | 1 (1,2%) | 0 (0,0%) | 83 | 80 (96,4%) | 3 (3,6%) |
mavo 3 | 80 | 0 | 0 (0,0%) | 2 (2,6%) | 0 (0,0%) | 78 | 73 (93,6%) | 5 (6,4 %) |
2
Examenresultaten
2023-2024
mavo 89 %