Ondersteuning

Mentoren

Mentoren nemen een specifieke plaats in binnen het vrijeschoolonderwijs.

Zij zijn de contactpersonen tussen de school enerzijds en de leerlingen en ouders anderzijds. Elke mentor draagt de verantwoordelijkheid voor de communicatie tussen school en leerlingen/ouders over zaken die de klas betreffen.

De mentor bewaakt de resultaten en het welbevinden van de klas en de individuele leerlingen hierbinnen en communiceert hierover met de school de leerlingen en hun ouder(s)/ verzorger(s).

Mentoren monitoren de ontwikkeling van de leerling in bredere zin; de ontwikkeling van het denken, voelen en willen. Het gaat dus om vorderingen op cognitief én op sociaal gebied en de ontwikkelingen met betrekking tot de persoonlijkheidsvorming. Mentoren bereiden rapportbesprekingen en klassen- en kinder- besprekingen voor en voeren hierover indien nodig gesprekken met ouders en leerlingen. De mentoren zijn het eerste aanspreekpunt voor leerlingen, ouders en leerkrachten.

Als een leerling ondersteuning behoeft die de mogelijkheden van de individuele docent en mentor overstijgen, wordt dit gemeld aan de betreffende teamleider, die door kan verwijzen naar de ondersteunings-coördinator. Normaal gesproken blijft een mentor twee jaar verbonden aan een klas.

Teamleider

De Teamleider is verantwoordelijk voor het reilen en zeilen binnen zijn/haar afdeling: de middenbouw (de klassen 7 en 8) en de bovenbouw (de klassen 9 t/m 12). Dit betreft de onderwijskundige ontwikkeling, de zorg voor het docenten- en mentoren team en de zorg voor de individuele leerlingen (daar waar het de mogelijkheden van de mentor overstijgt).

Vertrouwenspersoon

Een leerling of een ouder kan een probleem hebben met iets wat de school betreft of ergens een klacht over hebben. In eerste instantie zal dat besproken worden met de leerkracht, mentor, teamleider of directeur. Maar sommige klachten liggen heel gevoelig, bijvoorbeeld over pesten, ruzie, mishandeling, seksueel geweld, discriminatie of over racisme. Voor een leerling of ouder is het moeilijk om daarover te praten, maar voor een leerkracht of schoolleider is dat meestal ook het geval. Het is van belang dat er iemand is, die weet hoe je met zulke gevoelige klachten omgaat. Vertrouwenspersonen zijn hiervoor opgeleid. Interne vertrouwenspersonen op de Campus zijn

Mevr. I. Raijmaekers
vertrouwenspersoon
Mevr. D. van Schendel
vertrouwenspersoon
Mevr. S. Wirken
vertrouwenspersoon
Dhr. B. Stoutjesdijk
vertrouwenspersoon

Leerplicht: kansen, rechten en plichten

Iedere leerling heeft minimaal een startkwalificatie nodig 

Door toezicht op de uitvoering van de leerplichtwet willen de gemeenten ook voorkomen dat een leerling de school voortijdig verlaat. Iedere leerling heeft minimaal een startkwalificatie nodig, voordat hij de school verlaat. In de praktijk betekent een startkwalificatie dat een leerling een vwo- of havodiploma heeft behaald of dat hij/zij een tweejarige beroepsopleiding heeft gevolgd na het vmbo of de mavo. Daardoor is hij/zij goed voorbereid op de maatschappij. Een startkwalificatie verhoogt bovendien zijn of haar kansen op de arbeidsmarkt en geeft op de lange termijn uitzicht op een financieel zelfstandig bestaan. 

De gemeenten zien toe op de naleving van de leerplichtwet 

Het onderwijs geeft de jongeren de meeste kansen in de maatschappij. Daarom heeft elke jongere recht op onderwijs. Om er nu voor te zorgen dat alle jongeren dezelfde rechten hebben op onderwijs en daarmee gelijke kansen, is er de leerplichtwet. Daarin staat dat iedereen leerplichtig is tot en met het schooljaar waarin hij of zij 16 jaar wordt. Na het laatste schooljaar van de leerplicht begint de kwalificatieplicht. Met de kwalificatieplicht wordt de leerplicht verlengd tot de dag dat de leerling een startkwalificatie heeft gehaald. Of tot de dag dat de leerling 18 jaar wordt. Een startkwalificatie is een havo-, vwo- of mbo-niveau 2-, 3-, of 4- diploma. 

De kwalificatieplicht verplicht alle jongeren een volledig programma van onderwijs te volgen totdat zij een startkwalificatie hebben behaald. De kwalificatieplicht betekent niet altijd vijf dagen per week in de schoolbanken. Het is ook mogelijk om met combinaties van leren en werken aan de kwalificatieplicht te voldoen zoals de beroepsbegeleidende leerweg in het MBO. 

De leerplicht is geregeld in de leerplichtwet. De gemeenten moeten zorgen voor de uitvoering van de wet. Zij zien erop toe dat de leerplichtwet door iedereen wordt nageleefd. De leerplichtwet geldt voor ouders, leerlingen en scholen.

Het schoolverzuim wordt wekelijks gemeld

In Breda hebben alle scholen met de gemeente afgesproken dat zij wekelijks het verzuim van de leerlingen melden bij de leerplichtambtenaar. Het gaat hierbij om ongeoorloofd verzuim of vermoedelijk ongeoorloofd verzuim. De leerplichtambtenaar onderneemt in alle gevallen actie. Te laat komen valt ook onder ongeoorloofd verzuim.

Ziekmeldingen

Onderdeel van het verzuimbeleid van de gemeente Breda is ook het volgen van ziekmeldingen. Voor onze school betekent dat, dat wij ook daarvan melding maken bij de leerplichtambtenaar. Bij langer durend of vaker voorkomend verzuim kan dit betekenen dat uw zoon/dochter doorverwezen wordt naar de jeugdarts (M@zl traject GGD) of opgeroepen wordt door de leerplichtambtenaar. 

Samen problemen oplossen

Schoolverzuim is soms een gevolg van andere problemen. Deze problemen kunnen van dien aard zijn dat hulp bij instanties buiten de school gezocht moet worden. In een dergelijk geval kan de school daar met u een beroep op doen om samen tot een oplossing te komen. In enkele gevallen is het oplossen van problemen belangrijker dan het schoolverzuim.